Na de Eerste Wereldoorlog wilde Frankrijk zich beter beschermen tegen een nieuwe Duitse aanval. In de jaren 1920 en 1930 begon men daarom met de bouw van de Maginotlinie, een uitgebreide verdedigingslinie langs de grens met Duitsland. De linie werd vernoemd naar André Maginot, de Franse minister van Oorlog die het project sterk ondersteunde. Men hoopte dat deze verdedigingsmuur een herhaling van het oorlogsgeweld van 1914-1918 kon voorkomen.
De bunkers die deel uitmaakten van de Maginotlinie waren indrukwekkend en modern voor hun tijd. Ze waren gebouwd van gewapend beton en uitgerust met dikke stalen deuren, artilleriekoepels, machinegeweren en observatieposten. Ondergronds lagen kazernes, opslagruimtes, commandocentra en zelfs elektrische liften en ventilatiesystemen. Sommige delen van de linie waren onderling verbonden via tunnels, zodat troepen zich veilig konden verplaatsen zonder bovengronds te hoeven reizen.
Toch bleek de Maginotlinie in de praktijk minder effectief dan gehoopt. Toen Nazi-Duitsland Frankrijk in 1940 aanviel, trokken ze door België, waar de linie minder sterk was uitgebouwd. Hierdoor werd het grootste deel van de bunkers omzeild en speelde de linie geen beslissende rol in de verdediging. Na de oorlog bleven veel van de bunkers achter als stille getuigen van een mislukte strategie en een veranderende oorlogsvoering.
Deze foto’s zijn gemaakt in Mei 2025.